Ze ziet eruit alsof ze altijd gelukkig is. Een zondagskind dat nooit tegenslag kent. Ze lacht veel en vaak en lijkt overal plezier in te hebben.

Het is alsof ze nooit iets heeft meegemaakt dat erg was of haar heeft geschaad, zo zonnig staat ze in het leven.

Het tegendeel is waar. Net als iedereen ging haar leven niet altijd van een leien dakje. Had ze verdriet, werd ze (ernstig) ziek, verloor ze geliefden en bleven dromen en wensen onvervuld.

Zij is niet méér zondagskind dan iemand anders. Ze denkt alleen anders dan de meeste mensen. Of eigenlijk dat niet eens. Ze denkt hetzelfde maar neemt haar gedachten minder serieus dan veel anderen. Zij kan zien dat haar ervaring volledig wordt bepaald door het samenspel van haar gedachten en bewustzijn die een levensechte film creëren. En ze ziet ook dat die film er anders uitziet en anders voelt met elke nieuwe gedachte. Waardoor ze gedachten over het verleden los kan laten en angst en twijfel kan aanvaarden als willekeurige betekenisloze gedachten. Wat maakt dat ze veel vaker – bijna altijd – in het hier en nu is. Bij jou als jij haar spreekt, bij mij als ik haar zie. Die aanwezigheid, dat écht hier en nu zijn, maakt dat ze kan genieten van elk moment. Het is waardoor ze geluk uitstraalt en geluk ís.

Dat geluk is voor jou ook beschikbaar. Sterker nog, je hebt het al en bent het al. Altijd, overal. Het enige dat tussen jou en je geluk staat, zijn je gedachten die je vertellen wat je mist en tekort komt. Zodra je die gedachten herkent als zelfbedacht en beslist niet waar (zelfs als ze waar lijken) ben je vrij om in elk moment een zondagskind te zijn.