Veel mensen die gebruik maken van social media schijnen last te hebben van FOMO, “the fear of missing out”, hoorde ik een tijdje geleden op de radio. Mensen blijven inloggen op Facebook en Twitter omdat ze voortdurend bang zijn dat ze iets zullen missen. En als dat gebeurt, gaat er blijkbaar iets fout. Wat er precies fout zal gaan, blijft onduidelijk of is totaal arbitrair.

FOMO is een fenomeen waarvan ik zie dat het niet alleen op social media geldt. FOMO is wijdverbreid, niet alleen voor mensen zelf, maar ook voor anderen.

Veel mensen zijn niet alleen bang dat ze zelf iets zullen missen, ze zijn ook bang voor jou – dat jij iets zult missen dat in hun ogen enorm belangrijk is. En vanuit medeleven waarschuwen ze je – wat vaak borderline bangmakerij is – dat je toch echt een groot risico loopt omdat je iets niet meemaakt of doet. Zo krijgen mijn kinderen, die allebei niet van uitgaan houden (in tegenstelling tot hun moeder toen zij 18 was) heel vaak te horen dat ze “iets missen”. Zoals mijn dochter ook “iets mist” omdat ze geen lid is van een studentenvereniging. En ik “iets” schijn te missen omdat ik geen alcohol drink en nooit drugs heb uitgeprobeerd.

Maar in het algemeen lijk je altijd wel iets te missen. Je mist iets als je niet houdt van op vakantie gaan. Je mist iets als je in de caravan kampeert in plaats van in een luxe resort te relaxen. Je mist iets omdat je de Himalaya niet beklimt, omdát je in dat luxe resort aan het zwembad zit. Waarom dat missen erg zou zijn, kan ik niet zo goed bedenken. Ik observeer het alleen maar. Wat me daarbij fascineert, is de veronderstelling die onder al die “je-mag-niks-missen”-overtuigingen ligt. Namelijk dat de ene ervaring beter zou zijn dan de andere.

We leggen onszelf en anderen een nogal dubieuze norm op over wat het beleven waard is en wat niet. Waarmee impliciet gezegd wordt dat je leven meer waard is als je XYZ doet en beleeft en dat het leven minder geweldig is als je dat niet doet. Alsof je van de ene activiteit of ervaring gelukkiger wordt dan van de andere.

Waarbij we voor het gemak twee dingen vergeten:

  1. We ervaren ons leven van binnen naar buiten waardoor niet hetgeen wat we doen of meemaken ons geluk en ons welzijn bepaalt, maar onze gedachten daarover. Het maakt voor je levensgeluk dus per definitie helemaal geen verschil of je kampeert of in een vijf sterren hotel logeert.
  2. De gedachte dat het belangrijk is om “het” niet te missen, is niet waar. Totaal bedacht door de bedenker. En soms met zoveel verve gebracht dat hele volksstammen die gedachte overnemen. Wat hem niet méér waar maakt, maar wel logisch overkomt bij de toehoorders.

In mijn ogen is elke ervaring er eentje waarmee je het leven kunt vieren. Of je je nu thuis op de bank zit te vervelen of juist zit te genieten. Zodra je door hebt dat het niet uitmaakt wat je doet en dat elke ervaring even waardevol is, wordt het een stuk minder urgent om “niks te missen”. Want dan weet je en voel je dat wat je ”mist” niet beter is dan dat wat je nu ervaart.

Je ervaart, je leeft, je bent een mens die altijd, overal, welzijn en geluk kan ervaren omdat het in je zit. Dat kunnen zien laat elke vorm van FOMO als sneeuw voor de zon verdwijnen en geeft je de vrijheid te kiezen voor het NU.

Durven kiezen voor het NU, ongehinderd door gedachten over wat je op dit moment ook zou kunnen doen, geeft in mijn ogen de grootste vrijheid die er is!