(copyright afbeelding www.loesje.nl)

Loesje raakt een waarheid die we vaak niet doorzien, niet voor onszelf. Want geloven we normaal gesproken juist niet alles wat we denken? Natuurlijk, bij een ander kunnen we prima zien dat wat hij of zij denkt, de waarheid niet is of hoeft te zijn.

Wat we zelf denken, is – of beter lijkt – altijd waar. Waardoor we zelden twijfelen aan wat we denken. En geneigd zijn te acteren op dat wat we denken.
“Ik ben te dik” (dus gaan we aan de lijn, zelfs als we maar 56 kg wegen).

“Ik heb dat wijntje verdiend!” (dus nemen we er nog een ook al is het de vijfde).
“Ik kan geen vrij nemen want anders…” (waardoor we doorwerken en ons lijf nooit de kans geven echt tot rust te komen en onze geest zelden los kan koppelen van werk).

De grootste vrijheid die je voor jezelf kunt bereiken, is door je gedachten te zien voor wat ze werkelijk zijn: door jou bedacht. Helemaal zelf. Hoe logisch ze ook lijken, je hoeft ze niet te geloven want voor elke gedachte liggen er 10 nieuwe voor je klaar. Er een paar voorbij laten gaan omdat het effect wat ze hebben op je leven je niet aanstaat, kan echt geen kwaad.

Dat we onze gedachten zo ontzettend voor waar aanzien, maakt het overigens soms wel erg moeilijk om er niet in mee te gaan. Een gedachte is een, maar vervolgens (en dat is twee) gaat ons bewustzijn met die gedachte aan de haal waardoor het allemaal heel echt en waar lijkt. Waar een enkele gedachte niet meer is dan een losstaand beeld op ouderwetse filmrol, zorgt je bewustzijn dat het beeld geprojecteerd wordt en met geur-, geluid- en beeldeffecten wordt versterkt tot iets met emotionele lading waar je op moet reageren. Waardoor een in essentie onschuldige gedachte die in je opkomt en die je totaal zou kunnen negeren (“ik ben te dik”) in je bewustzijn bijvoorbeeld verwordt tot “ik ben te dik, kijk maar, mijn broek zit strak, als ik daar niet iets aan doe, zien ze aan me dat ik te zwak ben en lelijk waardoor ik geen baan krijg en zeker geen man omdat geen enkel kledingstuk me goed staat en ik zal ze wel eens laten zien dat ik sterk ben en zelf wel uitmaken hoe ik eruit zie…” enzovoort.

We maken – ongewild en ongemerkt – olifanten van muggen. En we doen het allemaal, het is hoe het systeem in elkaar zit. Maar die wetmatigheid doorzien – alleen maar doorzien, je hoeft er verder niks mee – maakt dat je veel minder olifanten fokt.

Stoppen met je olifantenfokkerij hoeft niet moeilijk te zijn. Sterker nog, als het moeilijk is, duidt dat erop dat je dit wel een mooi idee vindt, maar nog niet werkelijk ziet dat het écht zo werkt.

Mij helpt het om nieuwsgierig te zijn naar de mogelijkheid dat mijn gedachte in het moment heel misschien wellicht niet waar zou kunnen zijn. En gewoon nieuwsgierig te kijken naar een gedachte. Om soms te ontdekken “hé, inderdaad, gisteren vond ik het 100% waar, nu nog maar 60% … hier klopt iets niet… mmm… dit is dus inderdaad zo’n onware gedachte!” en soms te merken dat mijn bewustzijn zo’n geweldige special effectsafdeling heeft dat ik mijn eigen film geloof. Dat is niet erg, want elke niet geloofde gedachte is er één en brengt me een stapje dichter bij echte vrijheid.